Dit artikel is ook beschikbaar in: Engels, Vereenvoudigd Chinees, Frans, Italiaans, Spaans, Pools
De Association of Southeast Asian Nations (ASEAN) is een voorbeeld van hoe kleinere wereldeconomieën de krachten kunnen bundelen om meer invloed te verwerven in de internationale gemeenschap en hun collectieve stem te laten horen. De ASEAN telt 10 leden: Brunei, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam. De ASEAN werd opgericht in 1967 om de regionale samenwerking te versterken en de vrede te bevorderen, en heeft vandaag een ambitieuze agenda voor het versnellen van de economische groei, de handel en de regionale belangen voor de komende decennia. Ik heb mijn collega Dennis Lim gevraagd hoe dat volgens hem vordert en welk beleggingspotentieel wij in de regio zien.

Dennis Lim
Senior Vice President
Senior Managing Director
Templeton Emerging Markets Group
Het potentieel van de ASEAN lijkt ons enorm, om een aantal redenen. De regio heeft een bevolking van meer dan 620 miljoen mensen, maar in vergelijking met de grotere gezamenlijke bevolking van de economische grootmachten Japan en China, zijn de inwoners van de landen van de ASEAN jonger. De mediane leeftijd bedraagt 37 jaar in China, bijvoorbeeld, en 46 jaar in Japan, terwijl de mediane leeftijd in de ASEAN-landen Cambodja en de Filipijnen 24 jaar is.[1] Een vergrijzende bevolking slorpt meestal meer middelen op, met een kleinere beroepsbevolking om de groei te ondersteunen. Als je die jongere bevolking combineert met factoren als het stijgende bbp per inwoner dat we overal in de regio zien, en de evolutie naar hervormingen en collectieve samenwerking, lijkt de aantrekkingskracht van deze markten ons vanzelfsprekend voor multinationals die consumptiegoederen en -diensten verkopen, en voor beleggers zoals wij. Bovendien zijn de lonen momenteel lager in de ASEAN-landen dan in Zuid-China, waardoor productiebedrijven verhuizen naar Vietnam, Indonesië en elders in de regio. Leg al die gunstige demografische elementen naast het groeipotentieel van de regio, en je beseft waarom die onze aandacht waard is. De kans lijkt ons groot dat de economische groei in Azië zich zal vertalen in bedrijfswinsten, en dus zal leiden tot meer beleggingsmogelijkheden.
De transformatie van Myanmar
Terwijl onze beleggingen zich toespitsten op Thailand, Indonesië, Maleisië en Singapore, verwachten we dat Vietnam al snel in het vizier zal komen naarmate de markt zowel in de breedte als de diepte blijft verbeteren. Dat geldt ook voor de Filipijnen. Op langere termijn bieden ook Myanmar, Cambodja en Laos volgens ons opwindende vooruitzichten.
In november was Myanmar de gastheer van de ASEAN-India top, die samenviel met de 25e ASEAN-top. Myanmar ligt in het uiterste westen van de ASEAN en deelt een grens met India. Als de betrekkingen tussen beide spelers zich verder blijven ontwikkelen, kan Myanmar op termijn fungeren als landbrug tussen India en de ASEAN. De top boog zich over verdere liberalisering om de handel tussen de ASEAN en India op te voeren, met een streefcijfer van USD 100 miljard tegen 2015. De ASEAN en India hebben al belangrijke banden. Alle ASEAN-landen, ook Singapore en Maleisië, hebben een omvangrijke Indiase bevolkingsgroep. De grensoverschrijdende investeringen en handel zijn de voorbije jaren sterk toegenomen, en ondanks de occasionele geschillen zal de ASEAN allicht ook belang hechten aan samenwerking met China. De Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) die China voorstelt, en die beschouwd wordt als een rivaal voor financiers als de Wereldbank en de Asian Development Bank, heeft ook leden uit de ASEAN.
Op langere termijn heeft Myanmar volgens ons een enorm potentieel. Het heeft zijn gigantische natuurlijke rijkdommen nog niet volledig aangeboord, en nu de jarenlange sancties zijn opgeheven zien we de buitenlandse investeringen toestromen. Zo heeft het land recent twee telecomlicenties verleend aan internationale operatoren. Aangezien de economie van Myanmar vertrekt vanuit een bescheiden positie, denken wij dat ze de komende jaren potentieel zeer hoge groeicijfers zal boeken. De weg zal waarschijnlijk lang en moeilijk zijn, maar als de regering van Myanmar het transformatieproces in goede banen leidt, zullen beleggers er volgens ons mogelijkheden met een mooi potentieel kunnen vinden. Myanmar heeft op dit ogenblik jammer genoeg geen aandelenbeurs, waardoor we indirect moeten beleggen, bijvoorbeeld via bedrijven die in Thailand op de beurs genoteerd zijn.
We hebben vertrouwen in de langetermijnvooruitzichten van de Thaise markt. Hoewel het land sinds 2002 een tsunami, zware moessonoverstromingen, chronische politieke instabiliteit en een diepe financiële crisis heeft doorgemaakt, stellen wij vast dat de Thaise markt over de lange termijn een stevige opwaartse trend heeft aangehouden. Dat getuigt volgens ons van de veerkracht van het Thaise volk en de Thaise economie. Het land zal ook een belangrijk lid zijn van de ASEAN Economic Community (AEC), die naar verwachting in 2015 zal ingaan en een gemeenschappelijke markt zal scheppen in 10 Zuidoost-Aziatische landen. Dat project kan volgens ons aanzienlijke voordelen opleveren op lange termijn.
Het beleid van centrale banken wereldwijd inschatten
In de Verenigde Staten zullen beleggers voortaan allicht moeten leven met het vooruitzicht van stijgende rentevoeten. Hoe de ASEAN-landen een strakker beleid van de Federal Reserve (de Fed) doorstaan, hangt mogelijk af van hoe snel en hoeveel de rentevoeten zullen stijgen. De financiële markten zwemmen momenteel in de liquiditeit, en de inflatie en de rentevoeten zijn nog niet beduidend gestegen op wereldschaal. De meeste beleggers zijn zich allicht bewust van wat de Fed en de Europese Centrale Bank (ECB) doen, maar wat misschien minder vaak ter sprake komt, is dat de People’s Bank of China (PBOC) een nog grotere balans heeft dan de Fed. Als je de balansen van de Fed, de ECB, de PBOC en de Bank of Japan (BOJ) optelt, hadden ze eind 2013 samen meer dan USD 14 biljoen aan activa, bijna even veel als de omvang van de economie van de VS.[2] We weten dat de BOJ en de PBOC geld blijven drukken; de BOJ kondigde onlangs nog een pakket aan van ¥ 80 biljoen (zowat USD 720 miljard). De gevolgen van het beleid van centrale banken voor de landen van de ASEAN zullen waarschijnlijk in ruime mate afhangen van hoe snel de wereldeconomieën weer in goeden doen verkeren. Wanneer de groei van het bbp weer aantrekt in Europa, Japan en de Verenigde Staten, en de ongerustheid over een harde landing in China wegebt, mogen we volgens ons verwachten dat de rentevoeten overal ter wereld zullen beginnen te stijgen.
Maleisië en Indonesië: minder subsidies?
Maleisië kampt momenteel met een begrotingstekort als gevolg van zijn subsidiesysteem. De regerende partij, die het land bestuurt sinds het meer dan 50 jaar geleden onafhankelijk werd, kreeg het de voorbije paar verkiezingen zwaar te verduren van de oppositie. Dat maakte het moeilijk voor de regering om die subsidies terug te schroeven. We zien dat nu geleidelijk toch gebeuren; de regering kondigde onlangs aan dat vanaf december de prijs van een populair type benzine en van diesel gecontroleerd zal fluctueren. Die stap kan bijdragen tot gezondere overheidsfinanciën in de toekomst.
Subsidies vormden ook voor Indonesië een probleem; de nieuw verkozen regering onder President Joko Widodo heeft die koe bij de horens gevat, en verhoogde onlangs de prijs van benzine en diesel met 30 % (lees meer over Indonesië in een eerdere blog, “Indonesisch optimisme”).
Dé ontwikkeling van de komende drie tot vijf jaar in Zuidoost-Azië wordt volgens ons de AEC, die een gemeenschappelijke markt tot stand zal brengen met naar verwachting 600 miljoen inwoners en een gezamenlijk bbp van bijna USD 2 biljoen.[3] De AEC wordt opgezet met volgende hoofdkenmerken: (a) een gemeenschappelijke markt en productiebasis, (b) een sterk concurrerende economische regio, (c) een regio van rechtvaardige economische ontwikkeling en (d) een volledig in de wereldeconomie geïntegreerde regio.[4] Dat alle landen uiteindelijk zullen moeten streven naar een collectieve visie en een geest van samenwerking wanneer de AEC tot stand komt, zal volgens ons hun partnerschap versterken en – hopelijk – het leven van de bevolking verbeteren. Maleisië neemt in 2015 het roer over als voorzitter van de ASEAN en zal helpen om een routekaart op 10 jaar op te stellen voor de periode 2016 – 2025. In het thema dat het koos voor volgend jaar lijkt die gedachte alvast goed vervat te zitten: “Een op mensen gerichte ASEAN”.
De verklaringen, meningen en analyses weerspiegelen de persoonlijke opvattingen van de beleggingsbeheerder en zijn louter bestemd voor informatieve doeleinden en voor het brede publiek. Zij mogen niet worden beschouwd als individueel beleggingsadvies of een aanbeveling of verzoek om welke effecten dan ook te kopen, te verkopen of te houden of om welke beleggingsstrategie dan ook te gebruiken. Zij vormen geen juridisch of fiscaal advies. De informatie in dit document wordt verstrekt per de publicatiedatum en kan zonder kennisgeving veranderen en ze is niet bedoeld als een volledige analyse van elk belangrijk feit over een land, regio, markt of belegging.
Er kunnen bij de opstelling van dit materiaal gegevens van externe bronnen zijn gebruikt die niet door Franklin Templeton Investments (“FTI”) onafhankelijk zijn gecontroleerd of bevestigd. FTI aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verliezen die voortvloeien uit het gebruik van deze informatie, en de gebruiker dient zelf te bepalen in welke mate hij wil vertrouwen op deze verklaringen, meningen en analyses. Producten, diensten en informatie zijn mogelijk niet in alle rechtsgebieden beschikbaar en worden alleen door andere gelieerde ondernemingen van FTI en/of hun distributeurs aangeboden als dat door de lokale wet- en regelgeving wordt toegestaan. Gelieve uw eigen professioneel adviseur te raadplegen voor meer informatie over de beschikbaarheid van producten en diensten in uw rechtsgebied.
Wat zijn de risico’s?
Alle beleggingen gaan met risico’s gepaard, waaronder mogelijk verlies van het ingelegde kapitaal. Beleggingen in buitenlandse effecten houden speciale risico’s in, zoals wisselkoersschommelingen en economische en politieke onzekerheid. Beleggingen in landen met een opkomende markt, waar frontiermarkten een subset van vormen, gaan gepaard met grotere risico’s die verband houden met dezelfde factoren, boven op de risico’s die verbonden zijn aan hun relatief geringe omvang, de lagere liquiditeit en het gebrek aan een gevestigd wettelijk, politiek, zakelijk en sociaal kader om effectenmarkten te ondersteunen. Omdat deze kaders doorgaans nog minder ontwikkeld zijn op de frontiermarkten, en gelet op diverse factoren zoals het hogere risico van extreme koersvolatiliteit, illiquiditeit, handelsbarrières en deviezencontroles, gelden de risico’s van de opkomende markten nog sterker voor frontiermarkten.