Dit artikel is ook beschikbaar in: Engels, Vereenvoudigd Chinees, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Pools
Na meer dan twee jaar van onderhandelingen hebben de Europese Unie (EU) en Vietnam een principeovereenkomst bereikt voor een nieuw vrijhandelsakkoord.[1] Ons team denkt dat dit akkoord een belangrijke mijlpaal vormt, en niet alleen voor Vietnam, want het kan ook een toonaangevend precedent zijn voor andere landen in Zuidoost-Azië, een regio die ons bijzonder interesseert.

Vietnam noteerde dit jaar een daling van zijn export, wat volgens sommigen wellicht heeft bijgedragen tot de derde devaluatie in augustus van zijn munt, de dong. Tegen die achtergrond zou het handelsakkoord met de EU nog belangrijker kunnen worden voor Vietnam.
De nieuwe handelsovereenkomst kan de Vietnamese export stimuleren door een ruimere toegang tot de EU, waarvan de lidstaten samen een van de grootste economieën ter wereld vormen.[2] De belangrijkste producten die Vietnam naar de EU exporteert, zijn telefoons en onderdelen, elektronische producten, schoeisel, textiel en kleding, koffie, rijst, zeevruchten en meubels, terwijl de EU hoofdzakelijk hoogtechnologische producten naar Vietnam exporteert, zoals elektrische machines en apparatuur, vliegtuigen, voertuigen en farmaceutische producten.
Ik denk dat een van de bedoelingen van Vietnam met dit akkoord is om minder afhankelijk te worden van China, zijn grootste handelspartner. De laatste tijd waren er spanningen tussen de twee landen rond boorrechten in wateren die beide landen claimen als hun exclusieve grondgebied. Bovendien verzwakt de recente waardedaling van de Chinese yuan (die in augustus werd gedevalueerd) de concurrentiepositie van de Vietnamese export, wat ook zijn handelsbalans zou kunnen aantasten. Wij beschouwen de daaruit voortvloeiende devaluatie van de Vietnamese dong als een noodzakelijke ingreep, gelet op het feit dat de dong veel sterker was dan een aantal andere valuta’s in de regio.
Andere belangrijke aspecten van het handelsakkoord kunnen interessant zijn voor internationale beleggers. Vietnam zal niet alleen bepaalde tarieven elimineren, maar ook vrijwel alle exportheffingen. Vietnam heeft de afgelopen jaren geprobeerd minder afhankelijk te worden van traditionele exportproducten zoals grondstoffen, en boort tegenwoordig nieuwe marktkansen aan in diensten en investeringen.
Vaak vormt de politieke vooruitgang – of het gebrek daaraan – een sleutelfactor voor de ontgrendeling van economisch potentieel in Azië. Hoewel Vietnam nog steeds wordt geregeerd door de communistische partij, lijken zijn leiders het kapitalistische systeem te omarmen, althans op bepaalde gebieden. De recente opheffing in Vietnam van de limieten op buitenlandse investeringen in talrijke sectoren (die voorheen beperkt waren tot 49% van de genoteerde bedrijven) lijkt ons een goede zaak. De overheid richt zich ook op de ontwikkeling van een sterke technologiesector, via financiële stimuleringsmaatregelen en belastingvoordelen.

Vietnam weet duidelijk de belangstelling van de beleggers te wekken. Aangezien zijn markt nog relatief klein is, zal het een verrassing zijn dat Vietnam in 2014 na China de meest populaire beleggingsbestemming was in de regio Azië-Pacific.[4] Als buurland van China bekleedt het land een strategische positie in de regio en biedt het een aantal voordelen die aan de basis liggen van deze belangstelling, zoals goedkope werkkrachten, een solide binnenlands groeipotentieel en een jonge demografie. Chinese bedrijven zijn al actieve beleggers in Vietnam en proberen munt te slaan uit de aanzienlijk lagere lonen dan in zuidelijk China.
Als beleggers in Vietnamese aandelen worden wij vooral afgeremd door de matige liquiditeit en de beperkte beleggingsmogelijkheden. Wij hopen echter dat daar verandering in kan komen. Vietnam heeft een snel groeiende economie en wij hebben er interessante bedrijven gevonden, waarvan sommige zelfs in staatshanden. Belangrijker nog is dat wij ook bedrijven met aantrekkelijke waarderingen hebben gevonden in Vietnam. Momenteel nemen de bedrijven in staatshanden 40% van het Vietnamese bruto binnenlands product (bbp) voor hun rekening[5], maar de autoriteiten hebben zich verbonden tot het uitbouwen van een moderne en meer open economie, wat naar wij hopen zal leiden tot meer privatiseringen.
Veranderingen en uitdagingen
Er is een groeiende middenklasse in Vietnam, die bijvoorbeeld de fiets inruilt voor een motorfiets, scooter of auto. Om het drukke verkeer in de straten wat te verlichten, bouwt Vietnam nu zijn allereerste metrosysteem in Ho Chi Minh City, met de hulp van buitenlandse investeerders uit Japan, Frankrijk en China. De consumenten zijn ook enthousiaste afnemers van de nieuwe technologieën die de EU hen verkoopt. Vietnam is wereldwijd nummer 10 op het gebied van het aantal abonnementen voor mobiele telefonie, en scoort daarbij zelfs hoger dan bijvoorbeeld Duitsland, Thailand of het Verenigd Koninkrijk.[6]
Hoewel er dus duidelijk vooruitgang is, verloopt de transformatie van Vietnam toch trager dan we hadden gehoopt. In 2012 kondigde Vietnam een omvangrijk programma voor economische hervormingen aan, de ‘drie pijlers’, via herstructureringen in de overheidsinvesteringen, de staatsbedrijven en de bankensector, maar op veel gebieden is de vooruitgang tergend langzaam geweest. Bovendien is de Vietnamese bankensector ondergekapitaliseerd en oefenen dubieuze leningen druk uit op de banken en bedrijven.
Impact op Zuidoost-Azië
Volgens mij is deze nieuwe handelsovereenkomst tussen Vietnam en de EU ook van belang voor de ASEAN Group (Association of Southeast Asian Nations). Het lijkt immers waarschijnlijk dat ook andere landen van die groep achter deze trend van handelsliberalisering staan, die de hele regio voordelen kan opleveren. Singapore heeft reeds een vrijhandelsovereenkomst met de EU en ook andere ASEAN-lidstaten zoals Thailand, Myanmar, Cambodja, Laos, Indonesië, Brunei en de Filippijnen zouden graag een graantje meepikken. Dit is dus een positieve overeenkomst, en een goede zet van de Vietnamezen.

Vietnam kan bogen op veel van de sleutelkenmerken die ook de rest van Zuidoost-Azië tot een aantrekkelijke bestemming maken voor wereldwijde beleggers zoals wij. Naast natuurlijke rijkdommen beschikt de regio ook over geavanceerde technologie in bepaalde zones, zoals in Singapore en delen van Thailand en Maleisië, en over een aantal bank- en telecommunicatiebedrijven van wereldklasse. In een groot deel van de regio ligt het inkomen per hoofd van de bevolking nog op een laag peil, bijvoorbeeld in Laos, Cambodja en Myanmar, die nog maar onlangs zijn begonnen met de overstap naar meer marktgerichte economische structuren, wat kansen biedt voor lagekostenproducenten.
Veel Zuidoost-Aziatische landen vertonen ook een gunstig demografisch profiel met een grote beroepsbevolking, terwijl de economische herstructureringen in een aantal landen de productiviteit en bedrijfswinsten kunnen opvoeren. Hierbij denken we dan in de eerste plaats aan Indonesië. Bovendien ligt Zuidoost-Azië tussen China en India op een van ’s werelds drukste handelsroutes. De regio zou dan ook aanzienlijk moeten profiteren als ook andere vrijhandelsinitiatieven hun vruchten afwerpen. In Zuidoost-Azië zelf kan de geplande ASEAN Economic Community een markt creëren van 600 miljoen inwoners, die de uiteenlopende resources van de regio bundelt, wat volgens ons iedereen voordelen zou moeten opleveren.
Ons onderzoek wijst op de aanwezigheid van talrijke goed bestuurde bedrijven in Zuidoost-Azië, waarvan de waarderingen lager liggen dan de intrinsieke waarde die voortvloeit uit onze beoordeling van hun langetermijnvooruitzichten. Wij kijken ernaar uit nog meer kansen op te sporen in deze regio, Vietnam inbegrepen.
De verklaringen, meningen en analyses van Mark Mobius weerspiegelen zijn persoonlijke opvattingen en zijn louter bestemd voor informatieve doeleinden en voor het brede publiek, zij mogen niet worden beschouwd als individueel beleggingsadvies of een aanbeveling of verzoek om welke effecten dan ook te kopen, te verkopen of te houden of om welke beleggingsstrategie dan ook te gebruiken. Zij vormen geen juridisch of fiscaal advies. De informatie in dit document geldt per de publicatiedatum en kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Zij is niet bedoeld als een volledige analyse van elk belangrijk feit over een land, regio, markt of belegging.
Er kunnen bij de opstelling van dit materiaal gegevens van externe bronnen zijn gebruikt die niet door Franklin Templeton Investments (“FTI”) onafhankelijk zijn gecontroleerd of bevestigd. FTI aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enig geleden verlies als gevolg van het gebruik van deze informatie, en de gebruiker die zich verlaat op deze verklaringen, meningen en analyses doet dat louter op eigen risico. Producten, diensten en informatie zijn mogelijk niet in alle rechtsgebieden beschikbaar en worden door met FTI gelieerde ondernemingen en/of hun distributeurs alleen aangeboden als dat door de lokale wetten en regels wordt toegestaan. Gelieve uw eigen beleggingsadviseur te raadplegen voor nadere informatie over de beschikbaarheid van producten en diensten in uw rechtsgebied.
Wat zijn de risico’s?
Alle beleggingen gaan met risico’s gepaard, waaronder een mogelijk verlies van het ingelegde kapitaal. Beleggingen in buitenlandse effecten houden speciale risico’s in, zoals wisselkoersschommelingen en economische en politieke onzekerheid. Beleggingen in landen met een opkomende markt, waar frontiermarkten een subset van vormen, gaan gepaard met grotere risico’s die verband houden met dezelfde factoren, boven op de risico’s die verbonden zijn aan hun relatief geringe omvang, de lagere liquiditeit en het gebrek aan een gevestigd wettelijk, politiek, zakelijk en sociaal kader om effectenmarkten te ondersteunen. Omdat deze kaders doorgaans nog minder ontwikkeld zijn op de frontiermarkten, en gelet op diverse factoren zoals het hogere risico van extreme koersvolatiliteit, illiquiditeit, handelsbarrières en deviezencontroles, gelden de risico’s van de opkomende markten nog sterker voor frontiermarkten.
[1] Bron: Europese Commissie, “EU and Vietnam Reach Agreement on Free Trade Deal”, 4 augustus 2015.
[2] Bronnen: IMF, Wereldbank, 2014.
[3] Bron: Europese Commissie, “EU and Vietnam Reach Agreement on Free Trade Deal”, 4 augustus 2015.
[4] Bron: Financial Times, “Vietnam’s Inward Investment Surge: Will It Last?” 24 april 2014.
[5] Bron: CIA World FactBook, per augustus 2015.
[6] Bron: CIA World Factbook, per 2014.